Wachtmuziekje.

Gepubliceerd op 10 maart 2019 om 18:25


Ik ben tien dagen thuis ongeveer. In ons veilig huis, dicht bij P. en de kindjes. Dat is het enorm erg fantastisch hartverwarmend goede nieuws. Het mindere nieuws? Na een goeie zeven weken in een gesloten afdeling, weg van de rush en de drukte en zowat alle prikkels, is dit kort gezegd moeilijk. Daar ik eerst zweefde op de liefde van mijn gezin en dat van mijn ouders en nog een lief lijstje, komt nu de klap op mijn achterhoofd. En voorhoofd. In mijn maag ook wel. En de onderrug. Mijn klein teentje; Auwtch.

Ik zei het nog tegen de dokter dat dat een beetje absurd klonk, tijdens ons laatste gesprek. Echter op de crisisafdeling kwam mijn bed beter vrij voor -eum- échte crisissituaties. Haar woorden. Ik snap het wel, dat is sowieso kortverblijf. Echter waar ik vorige week nog huilde dat mijn zwarte gedachten nog steeds waanzinnig de leiding kunnen nemen, kon ik mijn gedachten en gevoelens tijdens ons laatste gesprek niet meer kwijt. Ik had het kunnen doen, dat is waar en geef ik grif toe, maar het werd me niet bevraagd toen ik de gespreksruimte binnen kwam. Zoals het altijd ging. Wat gebeurt er dan met mij? Ik raak mijn kluts kwijt. Niet meer te vinden. Uiteindelijk bleek hij wel in mijn valies te zitten. De valies waarover ik zes dagen gedaan heb om hem leeg te krijgen. (Ik vind dat sowieso één van de saaiste dingen om te doen: een valies uitkuisen. Dat en ons bed verversen. :)) 

We hebben het advies opgevolgd, dat ons teruggekoppeld werd net voor ik op ontslag ging. Niet echt iets nieuws onder de zon, maar ze raadden sterk aan een intake te plannen in het psychiatrisch ziekenhuis in Ieper.   zucht
P. uitte zijn terechte bezorgdheid: wat als uiteindelijk blijkt dat ik daar na een paar maanden ook niet de gerichte hulp vind? Stel je voor, zei hij, dat ze in Ieper na een paar maanden tot de conclusie komen dat ik waarschijnlijk beter geholpen kan worden in het ziekenhuis van eum, awel ja, Kortrijk. De Iepersche psychiater enni, waar we op gesprek mochten (en half wilden), kon dit wel begrijpen. 't Is en blijft een sprong in het duister (of net niet...), maar in de categorie psychische kwetsbaarheden, kunnen er geen garanties uitgedeeld worden. Dat is enorm lastig. Voor mij, keer op keer de courage vinden, het loslaten van de thuissituatie, schuldgevoelens versus doorzettengevoelens, maar vooral ook voor mijn partner. De kinderen. De mantelzorgers die opnieuw klaar moeten staan om tot een goede week-per-week-planning te komen. Enzoverderenzovoort. En ja, dat lukt allemaal wel, dat zijn praktische dingen, iedereen handelt met heel veel liefde, "en wat is een jaar, binnen tien jaar kan je met een glimlach terugkijken". Euh nee, in dat stadium ben ik niet meer. Ik denk dat jullie dat wel weten of net heel erg herkenbaar vinden: het is écht niet evident. Dit gaat immers niet meer over 'een jaar'. Ik word letterlijk misselijk als ik aan de datum denk, de dag waarop mijn lijf nog een laatste keer alles kon geven op het werk, mijn hoofd nochtans reeds uitgeschakeld was. Raad hoe lang al. De dag waarop ik ontdekte  dat het 'weer van dat was', maar ik het niet wilde geloven. Ik wilde gewoon geloven dat ik er met twee weken rust ging vanaf zijn. (Oh you, damn black dog.)

Langzaamaan komt het besef dat ik daar moet mee leven. Toegegeven: het besef is er al lang, alléé ja en dan bedoel ik: sinds ik al eens door een zwarte achterbuurt moest sluipen (tweeduizendenzes, tweeduizendenzeven). Ik zal dat allemaal moeten plaatsen, blijven doorzetten, leren omgaan met, die kizzige rugzak altijd voelend op de rug; ik mag er de brui niet aan geven, wetend dat P. niet meer hetzelfde liefje heeft waarvoor hij ooit koos. Knap dat hij me dat een paar weken geleden kunnen zeggen heeft: dat dit voor hem natuurlijk ook een aanvaardingsproces is. Wij zijn met ons viertjes thuis, da's echt een enorm leuk en zacht gevoel. Het leien dakje kregen zij er echter niet bij geleverd. Ik blijf de stoorzender die plots vanuit het niets kan omver vallen van uitputting, angst krijgt om naar buiten te gaan en moet afzeggen, ik blijf degene die een spoor na laat van zaken waar ik aan begin en niet kan afwerken, ook de mama en partner die vroeg wil slapen, maar de afspraak is: eerst de kindjes... Zij die geen veiligheid kan garanderen naar P. toe. Dat is een eng gevoel. Ik voel het dat ik het niet kan. Dat voel ik niet meer elke minuut, maar wel steeds nog ieder uur van de dag. Ik heb een cirkel rond mij gecreëerd waar bijna niemand toegang toe heeft. Soms ook mijn eigen gezinsleden niet, omdat het er gewoonweg niet meer bij kan.
P. is de man die dan zegt dat hij dat niet erg vindt. 'Je bent tenminste thuis.'

Zo kan ik bij de psychologe zitten en zeggen: mogowzeg, ik heb hier nu de hele tijd zitten zagen en ik zeg altijd hetzelfde en echt, word jij niet moe van mijn vertellingen!? Dan glimlacht ze gewoon... 
Zo voel ik mij wel. Moe van mezelf. 
'Gaat het thuis?', mag eender wie me vragen. Beja, het gaat, ik ben er nog, ik slaag erin te genieten van ons viertjes, echt, van warme momenten, van onverwachte uiteenhoekjekomende vriendschappraatjes. Echt en echtig. Man, ik zit te huilen terwijl ik dit typ, dit is trouwens de eerste keer, normaal schieten de letters gewoon op mijn scherm in éne keer. Nu is het hortend en stotend, als dat al kan tellen, want ik typ wel volledig foutloos.
Efkes terzijde, want ik mag dat zeggen dat ik foutloos typ :)) -> Ooit was er een test via de vdab (denk ik), raad eens wie er de meest foutloze en met hoogste snelheid stukken tekst getokkeld had na de test? Jup, Van Leuven hier, daar ben ik trots op :)). 't Is gewoon super handig eigenlijk. Mijn mama vertelt soms dat ik die typlessen enorm graag wilde volgen (NA de lessen hé, dus gehéél vrijwillig) en dat ik zo enthousiast thuis kwam na les één. Om naar les twee te gaan de week erop, had ik een fameuze duw nodig, want ik durfde niet meer te gaan, omdat ik bang was dat ik het niet meer zou kunnen. In de lagere school waren zo'n dingen dus ook al serieus aanwezig. Ik schrik daar soms van. Moetie heeft nog wat in petto over mij, vermoed ik.

Ik denk dat mijn pointe uiteindelijk is: de overgang van een gesloten afdeling naar huis toe is gigantisch. Ik bedoel: GIGANTISCH. Ter overbrugging waren er opties, maar te weinig, of te laat doorgegeven, of erger: ik kom niet in aanmerking, zoals bv. een mobiel crisisteam.
Nu goed, ik sta ondertussen (inclusief de Ieperoptie) op VIER wachtlijsten. Dus ik wacht eigenlijk, ik moet wachten op een telefoontje waar ik eventueel terecht kan voor een verder verloop van mijn traject. Thuis of ergens residentieel, geen idee. 'Het is afwachten.' (aja)
Als je wacht op nieuws bijvoorbeeld, of je naar de volgende ronde mag in een sollicitatieprocedure, da's lastig en best spannend hé?

Zoiets, maar dan helemaal anders. Iets met ziek zijn en hoopvol, of schoenen met moed in en duisternis.

Straks valt hier in Daizel de letterlijke duisternis, Fie zal thuis komen van de Chiro met vuile knieën, Ties zit nu naast mij druifjes te smoefelen (terwijl ik me al een eindje afvraag of je te veel druiven kan eten), P. kan zélf eens een dutje doen in de zetel. Toevallig lunchten we deze middag samen met de beste kameraden van de wereld op (voor mij) een perfect moment. (Klein detail (letterlijk klein hihi): ik zag eindelijk hun dochtertje, dat geboren is terwijl ik in opname was.) Hartjes voor dit allemaal. 

O ja, en gisteren ontmoette ik Otto-Jan Ham (eindelijk! één van mijn helden (nog een uitroepteken)(en nog eentje)).
Ik tikte op zijn schouder en vertelde hem dat ik het zo fijn vond toen hij jaren geleden open was over zijn angsten en de regelmatige depressies die nog steeds kunnen opflakkeren. Dat zei ik dus hé, ik denk dat m'n mond constant open hing, uit verbazing dat ik dat dus aan het vertellen was (visueel was dat schoon om te zien, vermoed ik). Ik vertrouwde hem ook toe dat ik zelf zo aan het worstelen ben met die thema's en hij zei: 'Is 't waar?' (koddig hé) en dan antwoordde ik: 'Ja, 't is waar.' Dan zei hij nog iets, maar ik weet niet meer wat, want P. stond klaar voor de foto en lag mijn haar wel goed en zou ik lachen met blote tanden, neenee Elke, sluiten! Sluiten! Oef, net op tijd. Het resultaat kan je bewonderen én leuk vinden op mijn Instagramprofiel natuurlijk. Dan kwam er nog iets stunteligs, tot P. voorstelde of den Otto nog iets met ons kwam drinken. Hij zei 'misschien'. 

Ik denk dat ik nu op vijf wachtlijsten sta.        :o)



Fijne zondagavond. Hou jullie TAAI. (Dat laatste woord moet je eens luidop uitspreken, dat is plots zo'n raar woord haha, ken je dat gevoel?) xxx

 

Reactie plaatsen

Reacties

Kurt
5 jaar geleden

❤️💪

W.
5 jaar geleden

Annelies Naert
5 jaar geleden

We komen graag naast jou op het wachtbankje zitten. Dan doden we de tijd met flauwe mopjes, wrijven we je rug wat warm of spreken we je moed in. We kunnen ook je plaats bezet houden als je even de benen wil strekken of we voorzien je van een koffie (mét koekje). Samen wachten lijkt me leuker, toch?

elkeschrijft
5 jaar geleden

Da's gesjellig en lief!
Het gekke is dat ik graag wacht. Terwijl P. groener en onbeleefder wordt, zit ik rustig rond mij te kijken, te observeren, verhalen te verzinnen of modetips voor mezelf te ontdekken. Echt! Dat was echter nog toen ik normaal was.
Haha sorry, dat is dus een mopje. Tenzij je niet echt lachte, dan vind jij dat gewoon. Dat mag, hoor :)

De foute wachtrij kiezen! Ik word eigenlijk alleen maar ongedurig doordat ik P. zijn ontploffingskes binnenin aanvoel als dat zo is. Ik vind dat niet zo erg, dat intrigeert me op een bepaalde manier. En vooral: je kan er niets aan veranderen. (Idem met het verkeer trouwens, hier noem ik geen namen.)
Ik denk nog altijd na over die keer in de winkel, een mevrouwtje op leeftijd dat alleen maar bananen kocht. Bananen in de zin van: zeker veertig.

Zo'n wachten is niet op nummer. Ik ben blij dat jij niet hoeft te wachten, ik zou het niet toe staan dat we samen wachten! Dat koekje moeten we dan delen en al...

Een wachtbankje, zalig. Misschien moeten we ons gevelbankje een tweede functie geven?
Vele liefs! X

Sara Van Leuven
5 jaar geleden

💚

Maak jouw eigen website met JouwWeb